Genealogie van Velthoven

Inleiding
In tal van streken en steden – ik noem slechts Amsterdam, Antwerpen, Bergen op Zoom, Breda, Brussel, Heeze, Leende, Leiden, Utrecht – komen in de loop der tijd geslachten voor met de achternaam Van Velthoven, zonder dat er sprake lijkt te zijn van onderlinge verwantschap.
De hier te presenteren genealogie heeft betrekking op een katholiek geslacht dat zijn oorsprong heeft in het Oost-Brabantse plaatsje Veldhoven. Vanaf ca. 1520 blijkt in Breda een Jan Janszoon van Velthoven als beeldsnijder actief te zijn. Processtukken uit 1522 maken duidelijk dat diens vader Jan Dyrcxs, de oudst bekende voorvader van het geslacht, op dat moment nog in, zoals het dan gespeld wordt, Velthoven woont. Opmerkelijk genoeg is in de kerk van Loenhout een werkstuk van de beeldsnijder uit ca. 1545 bewaard gebleven, een retabel gewijd aan de martelingen van Sint Quirijn.
Loenhout1 klein

Nadat Breda in 1637 ten gevolge van de inneming door Frederik Hendrik definitief Staats is geworden, vestigt de achterkleinzoon van de beeldsnijder, wederom een Jan, zich buiten de stad in Heusdenhout onder Ginneken. Vandaar waaiert het geslacht uit over West-Brabant. In de loop van de negentiende eeuw vestigen zich vervolgens takken in Zierikzee, Tilburg, ‘s-Gravenhage, Rotterdam en Velsen.

Verantwoording
Ik heb steeds de herkomst van mijn gegevens zo volledig mogelijk proberen te documenteren. Alleen wanneer de gegevens afkomstig zijn uit de in de archieven gemakkelijk toegankelijke en breed ontsloten doop-, trouw- en begraafboeken en de burgerlijke stand heb ik de bron niet expliciet aangegeven. Omdat het geslacht door de eeuwen heen vrijwel geheel katholiek is, heb ik bij de dopen en huwelijken alleen gemeld wanneer de desbetreffende plechtigheid niet van katholieke signatuur is geweest.

De gegevens voor deze genealogie heb ik verzameld over een periode van ruim 30 jaar. In de loop van die tijd is de organisatie van de archieven met een zekere regelmaat veranderd. Nogal wat relevante stukken die oorspronkelijk werden bewaard in de rijksarchieven in de provinciale hoofdsteden, zijn later overgedragen aan lokale en regionale archieven. Weer later zijn de kleinere lokale en regionale archieven opgegaan in grotere gehelen. Verder zijn soms archiefonderdelen opnieuw geïnventariseerd en geordend. Het kan daardoor voorkomen dat verwijzingen naar stukken die ik al weer geruime tijd geleden heb geraadpleegd, gedateerd zijn. Met behulp van de omschrijving en het oude inventarisnummer moet het echter geen probleem zijn om de tegenwoordige bewaarplaats en het huidige inventarisnummer te achterhalen.

Veel gebruikte afkortingen zijn:
NA Nationaal Archief (voorheen Algemeen Rijksarchief)
RANB Rijksarchief Noord-Brabant (tegenwoordig Brabants Historisch Informatie Centrum)
GAB Gemeentearchief Breda
ORA Oud Rechterlijk Archief

In mijn onderzoek heb ik veel moeite gedaan om het bezit van de diverse familieleden in kaart te brengen. Via deze invalshoek kon om te beginnen de samenstelling van de familie worden gereconstrueerd op tal van punten waar de doop-, trouw- en begraafboeken onvoldoende houvast boden. Verder vormden deze gegevens de basis voor het uitschrijven van de familiegeschiedenis. Door het gebruik van volgnummers per familielid heb ik mijn reconstructie van de verwerving (+1, +2, enz.) en van de vervreemding en vererving (-1, -2, enz) van huizen en grondpercelen proberen weer te geven. Omdat met name voor de invoering van de kadastrale indeling in 1832 percelen grond en huizen niet op één vaste wijze werden aangeduid, is die reconstructie soms tentatief.

In dat verband wil ik ook een opmerking maken over de oude lengte- en oppervlaktematen in West-Brabant.
– Een roede is zowel lengte- als oppervlaktemaat. Als lengtemaat komt de roede overeen met 5,68 meter. Als oppervlaktemaat zou men eigenlijk van een vierkante roede moeten spreken.
– Een bunder is een oppervlakte ter grootte van 20 bij 20 roeden, ofwel 400 (vierkante) roeden, wat omgerekend neerkomt op 1,29 hectare.
– Een gemet is 1/3 bunder.
– Een lopenzaad omvat te Oosterhout en Hage 50 (vierkante) roeden, en vormt dus 1/8 bunder; elders gaan er 6 lopenzaad in een bunder.
– Een morgen is 2/3 bunder, ofwel 2 gemet.
– Onder Etten en Hoeven is ook een (korte) roede bekend van 3,41 meter. Van die korte roede gaan er 300 in een gemet en 900 in een bunder.
(Bron: Chr.J.M. Buiks, Oude landmaten in de Baronie van Breda, Brabants Heem, jrg. 40, 1988, pp. 61-72)

Bij de samenstelling van deze genealogie heb ik in de loop der jaren van een groot aantal mensen en instanties hulp mogen ontvangen: familieleden, medewerkers van vele archieven, CBG, NGV enz. Wanneer ik één of meer mensen met name zou noemen, zou ik anderen tekort doen. Mijn dank is er echter niet minder om. Zonder alle hulp was ik nooit zover gekomen.

Tot slot kan ik nog melden dat ik eerder over de oudste generaties van dit geslacht heb gepubliceerd in het Genealogisch Tijdschrift voor Midden- en West-Brabant en de Bommelerwaard, jrg. 15, 1991, pp. 278-289 en jrg, 16, 1992, pp. 33-41.